Zodra de diagnose is gesteld, is het de taak van de oogarts te vertellen om welke vorm van MD het gaat (droge of natte MD), de aandoening uit te leggen en informatiemateriaal mee te geven. Soms is verwijzing naar een academisch ziekenhuis noodzakelijk.

Bepaling van gezichtsscherpte
De gezichtsscherpte – ook wel visus genoemd – wordt bepaald met behulp van de letterkaart. Deze geeft aan hoe groot de afstand is waarop u een bepaald detail nog kan herkennen en wordt uitgedrukt in een breuk. Als deze breuk de waarde 1/1 heeft, wordt de visus normaal genoemd. De breuk kan ook worden uitgedrukt als een decimale waarde of percentage. Een visus van 1 (de normale visus) wordt dan 100% genoemd.

Soms echter leidt het gebruik van een percentage tot begripsverwarring. Stel, iemand heeft een visus van 10%. Dit betekent dan niet dat hij 90% van zijn gezichtsvermogen verloren heeft. Het zegt alleen iets over het vermogen details waar te nemen. Daalt de visus beneden de 0,5 dan wordt het moeilijker zonder speciale hulpmiddelen te lezen. Bij een visus van 0,1 kunnen nog slechts de bovenste letters van de letterkaart gelezen worden.
Onderzoek met de oogspiegel
Het oogspiegelonderzoek wordt gewoonlijk bij het eerste consult verricht. Met een oogspiegel kan de oogarts door de pupil naar het inwendige van het oog kijken. Voor het onderzoek van de macula is het meestal noodzakelijk de pupillen te verwijden met oogdruppels. De verwijding houdt gewoonlijk enkele uren aan.

Gedurende die periode kan het zicht waziger worden en kan helder daglicht hinderlijk zijn. Het is daarom raadzaam niet zelf met de auto terug te rijden en een zonnebril mee te nemen. De beoordeling van de macula door middel van het oogspiegelonderzoek, is meestal beslissend bij het stellen van de diagnose MD.
Onderzoek van het gezichtsveld
Het gezichtsveldonderzoek behoort niet tot het standaard onderzoek bij een eerste consult en is een tijdrovende zaak. Kijkend naar een vast punt in het midden flitsen op allerlei plaatsen in het gezichtsveld lampjes aan en uit. Door op een knopje te drukken geeft u aan wanneer u zo’n lichtje waarneemt. Het onderzoek levert een soort kaart met hoogtelijnen op aan de hand waarvan goed te bepalen is welk deel van het gezichtsveld is uitgevallen.

Een eenvoudige en snel uitvoerbare variant ervan, speciaal van belang bij macula-aandoeningen, is het onderzoek met het Amslerraster. Als de oogarts rekening houdt met een afwijking aan de macula, doet hij dit onderzoek in het eerste consult.
Fluorescentie-onderzoek
Als extra onderzoek wordt vaak een fluorescentie-angiogram gemaakt. Er wordt een kleurstof in de arm gespoten, waarna een serie foto’s wordt gemaakt. Dit zijn geen röntgenfoto’s, maar foto’s in zichtbaar licht op normale film.

Het is van belang te weten dat ook voor het fluorescentie-onderzoek verwijding van de pupillen nodig is. Daarbij gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen als bij het onderzoek van het netvlies met de oogspiegel.
Optical coherence tomography (OCT)
OCT is een beeldvormende techniek die pijnloos en snel hoge resolutiebeelden kan maken van verschillende structuren van het oog. Deze beelden met een hoog oplopend vermogen geven een foto van een dwarsdoorsnede door het oog.

Dit beeld is bijzonder geschikt om afwijkingen zoals vocht, bloedinkjes en vaatjes in en onder de maculastreek aan te tonen.
Andere vormen van onderzoek
Onderzoek naar het zien van kleuren, lichtgevoeligheid bij de vermindering in sterkte van de achtergrondverlichting en naar de elektrische verschijnselen die samenhangen met de visuele functies.