Vrijdagochtend, de wachtruimte van de oogpoli zit vol als ik aankom. Dat betekent lang wachten en dus meer tijd om zenuwachtig te worden. Als ik uiteindelijk aan de beurt ben voor de 22e injectie in mijn oog, merkt de oogarts op “u vindt het spannend hè”? Ik kan niet anders dan dit bevestigen. Ze heeft net in mijn dossier de aantekening gelezen dat de oogarts mij kan ondersteunen door tijdens de prik hardop terug te tellen. Omdat me dat helpt het beter te verdragen.
Ik vraag me wel eens af, hoe doen anderen dit. Van te voren een borrel pakken of een valiumpje nemen? Of zijn er van die koele kikkers voor wie een prik halen net zoiets is als een broodje kroket uit de muur trekken? Ik heb eigenlijk geen idee.
Ik kon het in ieder geval niet aflezen aan de gezichten van mijn lotgenoten in de wachtkamer. Al viel het me wel op hoe stil iedereen was, niemand had zin in prietpraat of een grapje. Toen ik eindelijk opgeroepen werd, kreeg ik een bemoedigende knik van de vrouw die naast me zat. Dat was precies wat ik nodig had.
Ingrid Verbeek
Foto copyright: Pixabay