MaculaVereniging

Gele achtergrond, lachende vrouw met zonnebril, Annelies van de Steeg, Ziekte van Stargardt, geboren in 1963Je herkent het vast wel, van die momenten dat je niet weet of je nu moet lachen of huilen. Ik merk dat ik ze de laatste jaren steeds vaker meemaak. Of misschien is het wel dat ik steeds bewuster ben geworden van wat ik allemaal meemaak, sinds ik mij heb mogen toevoegen aan de grote groep mensen met macula-degeneratie.

Tijdens een paar bijeenkomsten met lotgenoten, die bijna allemaal veel slechter zien dan ik, vertelde ik over mijn anekdotes. Hierom werd geschaterd, gehuild en gesteund. Er kwam zoveel positieve respons dat ik besloot in te gaan op een voorstel een soort column te maken. Ik hoop dat ik hiermee bereik dat er een stukje  herkenning bij je opkomt. Dat het helpt te kunnen lachen om je bloopers en dat je je niet hoeft te schamen voor je soms toch lachwekkende geklungel.

 

 

‘Uit eten in coronatijd’

Alweer maanden thuiswerken, zie alleen mijn man, de uitgevlogen kinderen en de bejaarde moeders. Stiekem uit eten over de grens. In Duitsland mag het weer. Toch wat beschaamd, maar ook manlief was gelijk hiervoor te porren. En zo op een zondag tegen de avond naar Kleve. Zo’n heerlijk donker ouderwets Duits restaurant met saladebar en de grootste schnitzels. Of ik vast de drankjes bestelde. Man moet nog even naar het toilet. Het grote bier en mijn kannetje rode wijn waren er wel heel snel en ik begin mezelf vast in te schenken. Er gebeurt van alles maar mijn glas wordt niet vol. Ik giet alles achter het glas op de wit gedekte tafel. Oei, gelukkig zo’n mooie witte servet. Driftig aan het soppen kom ik erachter dat ik mijn enige mondkapje in plaats van het servet heb gebruikt. Op dat moment komt manlief terug; overziet met een korte blik de puinhoop en vraagt lachend: “Gaat het een beetje??” Ik schiet in de lach. De tranen stromen over mijn wangen als ik hem vraag waar die verborgen camera is… Als ik hem vraag of hij in de toekomst nog wel met mij naar een restaurant wil, antwoordt hij: “Graag! Met jouw valt er altijd wel iets te beleven”. Zo moet hij even later alweer mijn bril uit de salade vissen. Met slappe benen van het lachen verlaten wij, na het nuttigen van deze stiekeme maaltijd, het restaurant.

 

Lees voor